Strengere controle op handel in hondenbont (12-06-2012)
Jaarlijks worden naar schatting ongeveer twee miljoen honden en katten gedood voor de bonthandel. Dit gebeurt vooral in China en andere delen van Azië. Het vlees, dat na een vreselijke slachting, overblijft gaat in China veelal naar de vleesverwerkende industrie en restaurants in het zuiden van het land.
De honden en katten worden vooral in het koude noorden van China in de open lucht gefokt voor een dikkere vacht. Vooral kortharige katten en Duitse herders zijn geliefd. Het bont wordt in kleding, maar ook voor speeltjes en knuffels gebruikt. Populair zijn vooral de broeken en hoeden van hondenbont, omdat ze zo lekker warm zijn bij strenge kou. Duizenden producten van katten- en hondenbont zijn te koop bij China’s grootste webshop, tot woede van dierenbeschermers.
Ook wordt er met labels gerommeld om het bont op de westerse markt te kunnen verkopen. Zo werd afgelopen week in Australië, waar de winter voor de deur staat, hondenbont ontdekt. Het ging om illegaal geïmporteerd bont uit Azië waarop stond aangegeven dat het konijnenbont of synthetische stof was.
Gelukkig gaat er wel strenger op gelet worden; de Australische douane is begonnen scherper te letten op de invoer van bont. De Humane Society International (HSI) die in Sydney en Melbourne het hondenbont ontdekte, raadt retailers aan helemaal geen bont uit Azië kopen.
Naar de nieuwspagina...